Nieuws Verzekeringen

Wonen in een appartement en dan toch woning verduurzamen?

Nederland telt bijna een half miljoen appartementen die onderdeel zijn van een zogenaamde “kleine” Vereniging van Eigenaren (VVE). Ook de bewoners van deze appartementen kunnen vaak kosten besparen door hun woning beter te isoleren. Dit klinkt eenvoudiger dan het in de praktijk vaak is.   Appartement Omdat een appartement onderdeel is van een groter gebouw met gemeenschappelijke ruimtes zoals de hal bij de entree, de trappen, liften, etc., moet er op grond van de wet altijd een Vereniging van Eigenaren (VVE) zijn. De VVE beslist over het beheer en onderhoud van het appartementencomplex. Bijvoorbeeld van het dak. Als de dakbedekking vernieuwd moet worden dan zullen de kosten hiervan door middel van een omslagregeling via de VVE door alle eigenaren van de appartementen in het complex betaald moeten worden.   De algemene ledenvergadering beslist over de uitgaven Alle eigenaren van het complex zijn lid van de Vereniging van Eigenaren. In de algemene ledenvergadering wordt er beslist of bepaalde uitgaven wel of niet worden gedaan. Zeker in kleinere VVE’s (bij complexen met 7 of minder appartementen) kunnen gesprekken over grote investeringen tot heftige discussies leiden. Bijvoorbeeld wanneer de vereniging geen reserves heeft en zo’n investering kan leiden tot een naheffing per appartement van soms duizenden euro’s.   Slechte isolatie Ongeveer 70% van deze appartementen van kleine VVE’s zijn slecht geïsoleerd, waardoor bewoners hoge energielasten hebben. Er zijn maatregelen die bewoners zelf kunnen treffen. Maar veel maatregelen moeten men in het hele gebouw uitvoeren. Een besluit daarover moet in de algemene ledenvergadering worden genomen. Zo’n voorstel kan ook nog eens worden geblokkeerd door bewoners die onvoldoende financiële middelen hebben om hun deel van de kosten te betalen.   Nu lening tegen gunstige voorwaarden mogelijk Het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten, SVn, maakt het mogelijk voor VVE’s om tegen gunstige voorwaarden een lening aan te gaan voor verduurzaming. Bijvoorbeeld door isolatiemaatregelen te nemen of zonnepanelen te plaatsen. De vereniging kan zelf de hoogte van de lening bepalen met een maximum van € 25.000 per woning en een looptijd van 10, 15 of 20 jaar. De aflossing en rente worden betaald door de VVE en kunnen maandelijks worden doorbelast aan de leden. De besparing op energielasten zal in de praktijk echter vaak (veel) meer zijn dan deze extra lasten voor rente en aflossing. Per saldo wordt het appartement aangenamer om in te wonen, stijgt de waarde ervan en dalen de maandelijkse woonlasten.  In elke gemeente in Nederland is deze financiering mogelijk.   Meer informatie vind je op https://www.svn.nl/stimuleringslening-kleine-vve, maar uiteraard mag je ook contact opnemen met ons kantoor. Wij helpen je graag!

Beroeps- of bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering: groot verschil

Verzekeringen zijn ingewikkeld. Het is daarom verstandig om je goed te laten adviseren voordat je een verzekering afsluit. Dat geldt zeker wanneer je bijvoorbeeld als ZZP’er gaat starten. Wij geven een voorbeeld over een onderwerp waar wij in de praktijk vaak zien dat er misverstanden bestaan.   Inbraakdetectie Een voorbeeld: Maarten is een vakman op het gebied van het installeren van beveiligingssystemen. Na een aantal jaren bij een baas te hebben gewerkt besluit hij voor zichzelf te beginnen. Maarten heeft zich goed ingelezen en weet dat hij tijdens zijn werk schade bij opdrachtgevers kan veroorzaken en dat het verstandig is om dit risico te verzekeren. Hij sluit daarom een aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven.   Een mooie klant Al snel mag Maarten voor een importeur van dure kleding een alarminstallatie aanbrengen in een opslagruimte. Helaas. Op een avond vindt er een inbraak plaats en wordt er voor veel geld aan kleding gestolen. Door een fout bij de installatie heeft het alarm niet gewerkt. De verzekeringsmaatschappij van de importeur vergoedt deze schade niet omdat er geen goede alarminstallatie was. De importeur stelt hierop Maarten aansprakelijk voor de schade. Maarten vindt dit vervelend maar maakt zich geen zorgen. Want hij heeft toch een aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven?   Nee toch! Maarten trekt wit weg wanneer hij de brief krijgt van zijn verzekeraar: de schade wordt niet vergoed! Waarom niet? Simpelweg omdat een aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven alleen de schade vergoed die bestaat uit personen- of zaakschade. Had Maarten een fout gemaakt bij de installatie waardoor er kortsluiting had plaatsgevonden, gevolgd door brand dan was er wel dekking. In dit geval is er echter geen personen- of zaakschade maar “alleen” vermogensschade. Vermogensschade is niet verzekerd op een aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven, maar wel op een beroepsaansprakelijkheidsverzekering. Maarten had dus zowel een aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven als een beroepsaansprakelijkheidsverzekering moeten afsluiten. Maar niemand had dit Maarten verteld.   Met wat je niet weet, kun je geen rekening houden Verzekeringen zijn complex. Begrippen kunnen op elkaar lijken terwijl het gaat om totaal verschillende verzekeringen met verschillende voorwaarden. Je kunt denken dat jij jouw verzekeringen prima geregeld hebt. Maarten kende het verschil niet tussen een aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven en een beroepsaansprakelijkheidsverzekering. Maar er zijn er bij verzekeringen veel meer van dit soort belangrijke aandachtspunten.   Verzekeringen zijn ons vak. Daar hebben wij voor gestudeerd en daarvoor moeten wij op grond van de wet onze deskundigheid permanent actueel houden. Het is daarom verstandig ons kantoor te vragen jou te adviseren op het gebied van verzekeringen en indien er een schade plaatsvindt, namens jou de contacten met de verzekeringsmaatschappij te onderhouden zodat de schade snel en correct wordt afgewikkeld.

Verzekeraar eist zorgvuldigheid van verzekerden

Verzekeringsmaatschappijen verwachten van hun verzekerden dat zij voldoende maatregelen treffen om schade te voorkomen. Doet een verzekerde dat niet, dan kan dat reden zijn om bij een schade deze niet te vergoeden. Zouden verzekeringsmaatschappijen deze voorwaarde niet stellen dan worden de premies van de verzekeringen onbetaalbaar. In dit artikel geven wij twee voorbeelden.   Vroeg in de ochtend vertrekken naar wintersport Eindelijk is het zover: wintersportvakantie! Het is best een eind rijden naar de bestemming. Je besluit in de vroege ochtend te vertrekken. De avond daarvoor laad je al de bagage in de auto zodat je in de ochtend direct kunt vertrekken. Helaas. Wanneer je de volgende ochtend wilt vertrekken is het raam van je auto ingeslagen en is de bagage gestolen. De vraag is dan of de reisverzekering deze schade zal vergoeden.   De kans is groot dat de verzekeraar deze schade niet vergoedt met als argument dat de verzekerde niet de maatregelen heeft getroffen die in redelijkheid van de verzekerde gevraagd hadden kunnen worden om het risico op diefstal te voorkomen.   In de rechtspraak is meermaals al uitgesproken dat een dergelijke handelwijze van een verzekerde niet zorgvuldig is. Diefstal uit de auto die ‘s avonds op staat geparkeerd staat, is een reëel risico dat relatief eenvoudig te voorkomen is door pas in te pakken op de ochtend van vertrek.   Raam open laten staan Een ander voorbeeld. Veel inboedelverzekeringen eisen bij diefstal dat zichtbaar is dat de inbreker deuren of ramen heeft beschadigd om binnen te komen (braaksporen). Laat je een raam openstaan bij afwezigheid, dan kan ook hier de verzekeringsmaatschappij weigeren om schade te vergoeden omdat jij als verzekerde onvoldoende maatregelen hebt getroffen om een diefstal te voorkomen.   Advies: Blijf zorgvuldig in het proberen schade te voorkomen Als verzekerde heb je dus de plicht maatregelen te nemen om schade te voorkomen. Daarbij gaat het om te nemen maatregelen die in redelijkheid van een verzekerde gevraagd kunnen worden. Dat begrip “redelijkheid” kan in de praktijk discussies geven. Daar waar wij in schadedossiers vinden dat de verzekeraar te ver gaat in wat hij redelijk vindt gaan wij namens onze klanten de discussie aan. Maar ook wij hebben in die gesprekken wel te maken met het uitgangspunt dat van verzekerden vereist wordt dat zij voldoende voorzorgsmaatregelen treffen om schade te voorkomen.

Nieuwe baan. Hoger salaris. Prima voor elkaar. Toch?

Mogen wij je een advies geven? Verander je van baan, laat ons dat dan weten. Waarom wij dat advies geven vertellen wij je hieronder.   Werkgever en pensioen De meeste werkgevers kennen tegenwoordig een pensioenregeling voor hun werknemers. Gedurende de periode dat de werknemers bij deze werkgever werken bouwen zij daarmee pensioenrechten op. Vanuit deze pensioenrechten ontvangt de werknemer na diens pensionering maandelijks een uitkering. Hoe hoog die uitkering is, hangt onder meer af van het aantal jaren dat de werknemer bij de werkgever heeft gewerkt en het salaris dat hij/zij tijdens deze periode verdiende.   Positie nabestaanden Wat minder algemeen bekend is, is dat pensioenregelingen bij werkgevers vaak ook een nabestaandenregeling kennen. Die uitkering kan belangrijk zijn indien de werknemer bijvoorbeeld op jongere leeftijd als gevolg van een ongeval of ziekte komt te overlijden en de partner en kinderen opeens een inkomen zien wegvallen. Woonlasten en maandelijkse huishoudelijke kosten kunnen dan te groot worden voor het inkomen dat overblijft. Deze nabestaandenregeling wordt ook wel een partnerpensioen of nabestaandenpensioen genoemd.   Nabestaandenpensioen op risicobasis of op opbouwbasis Een werkgever kan een pensioenregeling hebben die op risicobasis is afgesloten. Is dit het geval dan zijn je nabestaanden alleen verzekerd van een nabestaandenpensioen vanuit de pensioenregeling van die werkgever zolang je bij je werkgever meedoet met de pensioenregeling. Dit nabestaandenpensioen verdwijnt als je niet meer deelneemt aan de regeling. Kom je dus te overlijden nadat je uit dienst bent getreden bij die werkgever dan tellen de jaren dat je daar gewerkt hebt niet meer mee voor de hoogte van het pensioen voor jouw nabestaanden. Bij de nieuwe werkgever ga je ook voor jouw nabestaanden wel weer rechten opbouwen maar je begint dan voor de uitkering aan jouw nabestaanden wel weer op nul.   Werkgevers kunnen ook kiezen voor een pensioenregeling op opbouwbasis. Is dat het geval dan krijgt je partner als je overlijdt een nabestaandenpensioen vanuit de pensioenregeling van de voormalig werkgever, ook als je niet meer deelneemt aan de pensioenregeling.   Informatie op www.mijnpensioenoverzicht.nl Wat de rechten op het nabestaandenpensioen zijn in jouw situatie kan jij en jouw partner snel zien door te kijken op www.mijnpensioenoverzicht.nl.   Daarom informeer ons bij verandering van werkgever Veel mensen vergeten bij verandering van werkgever goed te kijken naar de gevolgen voor hun pensioenopbouw. Als financieel adviseur zoeken wij dat graag uit. Maar dan moeten wij wel weten dat de relatie van plan is van werkgever te veranderen of al een andere betrekking heeft geaccepteerd. Op dat moment kunnen wij controleren of er aanleiding is extra zekerheden voor de nabestaanden te gaan regelen.

Helmplicht voor snorfietsbestuurders verplicht per 1 januari 2023

Vanaf 1 januari 2023 is de helmplicht voor snorfietsbestuurders landelijk ingevoerd. Bestuurders van een snorfiets moeten een helm dragen, niet alleen als zij op de rijbaan rijden, maar ook wanneer op de fietspaden wordt gereden. Ook voor de passagiers is de helmplicht. Draag je die niet, dan riskeer je een boete van € 100,-. Voor veel mensen is het niet hoeven dragen van een helm de grootste reden dat zij gekozen hebben voor een snorfiets en niet voor een bromfiets. Dat de snorfiets minder snel mag dan de bromfiets, nemen deze bestuurders dan voor lief. Er zijn dan ook snorfietseigenaren die er voor kiezen om de snorfiets om te laten bouwen tot bromfiets zodat ze met de verplichte helm ook harder kunnen en mógen rijden dan op de snorfiets. Waarom wordt de helmplicht landelijk ingevoerd? De helmplicht wordt ingevoerd omdat de overheid hoopt dat ernstig hoofdletsel bij ongelukken hiermee kan worden voorkomen. Van de tientallen snorfietsbestuurders die jaarlijks in het ziekenhuis belanden met ernstige verwondingen zou een deel niet ernstig gewond zijn geraakt als deze bestuurders een helm hadden gedragen. Verschillen tussen snorfiets en bromfiets Er zijn een aantal verschillen tussen het gebruik van een snorfiets en een bromfiets. Een snorfiets mag maximaal 25 kilometer per uur rijden. Een bromfiets mag maximaal 45 kilometer per uur rijden. Een snorfietser moet gebruik maken van het fietspad, met een bromfiets moet (in de bebouwde kom) over de rijweg worden gereden (of op het fiets-/bromfietspad als deze er is). Een snorfiets moet zijn voorzien van een blauwe kentekenplaat met witte tekens. Een bromfiets van een gele kentekenplaat met zwarte tekens. Goedgekeurde helm De bestuurder van een snorfiets moet dus vanaf 1 januari 2023 een goedgekeurde bromfietshelm dragen. Het is voor de snorfietser ook toegestaan om een goedgekeurde speedpedelec-helm te dragen op de snorfiets. Een goedgekeurde bromfietshelm is te herkennen aan een op de helm aanwezig symbool in de vorm van een cirkel met een hoofdletter E in die cirkel. Achter deze E staat het cijfer 4. Dat cijfer correspondeert met Nederland als EU-land. Het is niet verplicht om een helm te dragen met de code E4, alle EU-goedgekeurde helmen volstaan. Een goedgekeurde speedpedelec-helm is te herkennen aan de codering NTA 8776:2016 op de helm. Ombouwen van snorfiets naar bromfiets Een snorfiets kan worden omgebouwd naar een bromfiets door een handige doe-het-zelver of door een bromfietsmonteur. Het is niet verplicht om de snorfiets om te bouwen naar een bromfiets. De snorfiets blijft gewoon een wettelijk toegestaan motorrijtuig, alleen geldt er dus de helmplicht. Als de snorfiets wél is omgebouwd naar een bromfiets is het verplicht dat deze bromfiets wordt gekeurd door de Dienst Wegverkeer. De RDW zal na goedkeuring een gele kentekenplaat ter beschikking stellen voor de bromfiets. Verzekering De verzekering voor een particulier gebruikte snorfiets kent een lagere premie dan de verzekering voor een particulier gebruikte bromfiets. Een snorfiets kan & mag tenslotte minder hard rijden dan een bromfiets. Hierdoor kun je over het algemeen verwachten dat een aanrijding met een snorfiets minder hard aankomt dan een aanrijding met een bromfiets. Als een snorfiets is omgebouwd naar een bromfiets, is de verzekeringnemer verplicht om dit te melden bij de verzekeraar. Zij zullen dan beoordelen of ze voor de tot bromfiets omgebouwde snorfiets dekking willen verlenen. En de premie wordt dan gebaseerd op basis van een bromfiets. Ook kan de verzekeraar het noodzakelijk vinden om nog aanpassingen doen in een eventueel eigen risico, in de polisvoorwaarden of in de van toepassing zijnde clausules. Niet doorgeven = niet verzekerd Als een snorfiets wordt omgebouwd naar een bromfiets, en je geeft dit niet door aan de verzekeraar, dan is een schade niet verzekerd. De bromfiets voldoet namelijk niet meer aan de omschrijving van het motorrijtuig waarvoor de verzekeraar een polis heeft afgegeven. Als zij toch aan een benadeelde schade moet vergoeden, zullen zij deze schadevergoeding verhalen op de verzekeringnemer. Rijbewijs Er zit geen verschil in de rijbewijsverplichting voor een snorfiets of een bromfiets. Voor het besturen van een snorfiets of een bromfiets is het rijbewijs AM verplicht. Iemand die in het bezit is van rijbewijs B (personenauto en lichte bedrijfsauto) of rijbewijs A (motorfiets) mag ook met een snor- of bromfiets rijden.

Diefstal uit garage of schuur

In 2021 werden bij de politie 12.290 aangiftes gedaan van diefstal uit garages en schuren. Dat is dus meer dan 30 maal per dag!   Veel kostbaarheden in schuren en garages Schuren en garages bevatten vaak veel relatief kostbare zaken. Denk aan gereedschap, (elektrische-) fietsen, onderdelen van de auto bijvoorbeeld de fietsdrager etc. Wanneer je de waarde van alle spullen in de schuur of garage optelt kom je waarschijnlijk op vele duizenden euro’s.   Minder goede beveiliging Veel schuren en garages staan “los” van de woning. Waar over het algemeen woningen tegenwoordig relatief goed zijn beveiligd tegen “gelegenheidsdieven”, is dit bij veel garages en schuren minder het geval. Vaak is het voor de dief relatief eenvoudig binnen te komen en in rust de meest waardevolle zaken uit te zoeken.   Dekking onder inboedelverzekering Op grond van de polisvoorwaarden van de meeste inboedelverzekeringen is inbraak in de schuur of garage verzekerd. Maar voorwaarde is dan bijna altijd dat er sporen van braak moeten zijn. In de praktijk zien wij echter dat deze ruimtes overdag, maar ook ’s avonds, vaak niet afgesloten zijn. Wel zo makkelijk voor het gezin dat de fiets gemakkelijk wil pakken of stallen.   Elektrische fietsen ook in de schuur op slot Veel mensen verzekeren hun elektrische fiets. Kijk je naar de polisvoorwaarden, dan zal bijna altijd zijn opgenomen dat er bij diefstal alleen vergoeding plaatsvindt wanneer je kan aantonen dat tijdens de diefstal de fiets op slot stond. Dat geldt ook wanneer de fiets in je eigen schuur/garage staat.   Geef aandacht aan beveiliging Net als jouw woning is het verstandig ook je schuur en garage te beveiligen. Denk daarbij vooral aan goede sloten en dievenklauwen bij deuren en ramen. Voor zover je van buiten de ruimte in kan kijken, probeer dan te voorkomen dat van buitenaf waardevolle spullen te zien zijn. Een grote tuintafel zal een gelegenheidsdief niet snel meenemen, maar bij een mooie boormachine of hogedrukreiniger is dit anders.   Daarnaast, maar dat spreekt vanzelf: doe de deuren op slot.

Al onze medewerkers zijn in gesprek. Een ogenblik alstublieft

Je herkent het vast wel. Je belt een grotere organisatie met een vraag. Op zich is dat bellen al een hele opgave. Want op de site van veel organisaties moet je goed zoeken om een telefoonnummer te vinden.     Bandje Als klant word je bij veel ondernemingen met zachte hand geleid naar mailadressen en chatboxen. Lukt het je toch op de website een telefoonnummer te vinden dan volgt bijna altijd een bandje met de tekst: “Al onze medewerkers zijn in gesprek. Een ogenblik alstublieft”, even later gevolgd met “Er zijn nog x wachtenden voor u”. En dan komt ook nog de mededeling dat het gesprek “voor opleidingsdoeleinden” wordt opgenomen. De echte volhouders onder ons krijgen dan tot slot het bericht dat het nog wel even kan duren en dat je ook de website kunt raadplegen (!).   Het is een verschijnsel dat bij heel veel grotere organisaties voorkomt. Deze organisaties besteden veel geld aan het werven van nieuwe klanten. Maar is iemand eenmaal klant dan wordt het stellen van vragen vooral als kostenpost gezien. Kosten waarop je kan besparen door je bereikbaarheid te verlagen.    Helaas is ook bij banken en verzekeringsmaatschappijen deze klantonvriendelijkheid te zien. Wanneer je bij een digitale winkel niemand kan bereiken om een vraag te stellen over een product dat je hebt gekocht, dan  is dat “vervelend”. Maar wanneer het gaat om een verzekering of hypotheek dan kan dat méér dan “vervelend” zijn. Er kunnen dan gemakkelijk situaties ontstaan die op een later moment niet meer te veranderen zijn. De financiële consequenties van “het onbereikbaar zijn” kunnen hierdoor groot zijn.     Wij zijn altijd bereikbaar Ons kantoor is geen grote onderneming. Wij hebben geen “bandjes” die aangeven dat onze medewerkers “even” geen tijd voor je hebben. Wanneer je contact met ons zoekt ken je waarschijnlijk onze collega al die jou gaat helpen. Datzelfde geldt andersom. Sommige zaken kunnen beter per telefoon dan per mail worden gecommuniceerd. Daar kunnen allerlei redenen voor zijn. Nederland telt bijvoorbeeld 2 miljoen laaggeletterden. Voor deze groep kan het schrijven en lezen van een mail heel lastig zijn. Er zijn natuurlijk ook gewoon onderwerpen, bijvoorbeeld wanneer je wil weten wat de financiële consequenties van een eventuele scheiding zijn, die je liever samen met een van onze medewerkers bespreekt in plaats van ons via een mail te moeten benaderen.    Energie Door de sterk gestegen energiekosten kunnen helaas veel mensen in betalingsproblemen komen. Ook jij kan daarmee te maken krijgen. Mocht dat het geval zijn, neem dan in een zo vroeg mogelijk stadium contact met ons op. Voor tijdelijke problemen zijn er vaak oplossingen te bedenken. Banken en verzekeraars willen hierbij meedenken. Je hoeft echt niet zelf deze organisaties te gaan bellen. Wij onderzoeken graag wat er in jouw situatie mogelijk is en nemen namens jou, waar mogelijk, contact op met de banken en verzekeringsmaatschappijen die jou kunnen helpen.     Kortom. Wij zijn er voor jou en je familie. Aarzel niet om contact met ons kantoor te zoeken. Je hebt onze gegevens en anders staan deze gewoon op onze site. Ook ons telefoonnummer! 

RDW vereenvoudigt inzicht in historie van je auto

De RDW (voorheen: Rijksdienst voor het Wegverkeer) maakt het sinds juni van dit jaar mogelijk om zonder kosten een overzicht te krijgen van de gegevens die de RDW heeft over je auto en je rijbewijs. Soms kan dit erg handig zijn.    Overzicht via site RDW Via de volgende site kan je met gebruikmaking van je DigiD de informatie inzien die de RDW bezit over jouw auto en de gegevens van jouw rijbewijs: https://www.rdw.nl/particulier/voertuigen/auto/uw-persoons--en-voertuiggegevens/uw-voertuiggegevens-bij-de-rdw/mijn-voertuigen-bekijken   Gegevens die zichtbaar worden Via deze site kan je een rapport aanmaken waarin de volgende gegevens worden vermeld: Tot negen jaar terug de voertuigen waarvoor jij als eigenaar/houder geregistreerd staat of hebt gestaan. Oordeel over de kilometerstand (lijkt deze realistisch). Melding of er op dit moment een terugroepactie is. Per voertuig de status van het kenteken in de periode dat het voertuig op jouw naam stond. De APK-vervaldatum. Of de auto wel of niet WAM verzekerd is. Of de auto gestolen is, er beslag op de auto is gelegd dan wel een verbod geldt om te rijden op de weg. Jouw persoonsgegevens en de gegevens van jouw rijbewijs.  Data kunnen gemakkelijk zijn Er zijn situaties waarin het handig is snel en zonder kosten over deze data te kunnen beschikken. Bijvoorbeeld: Om in de communicatie met derden (bijvoorbeeld verzekeringsmaatschappij) te bewijzen dat een bepaald voertuig waarmee schade is veroorzaakt niet meer op jouw naam staat. Om bij aankoop van een auto de verkoper te vragen een overzicht te maken zodat je weet dat hij echt de eigenaar is.

Levenstestament: iets om over na te denken

Met het ouder worden neemt het belang toe om tijdig na te denken over het belang van een levenstestament.     Voor het geval u zelf niet meer in staat bent beslissingen te nemen  Een levenstestament stel je op voor de situatie dat je zelf niet meer in staat bent om op verantwoorde wijze een beslissing te nemen. Denk aan de situatie dat je als gevolg van een ongeval in coma bent geraakt. Of bijvoorbeeld dat door een vorm van dementie jij je wil niet meer goed kan bepalen. Het kan dan gaan om beslissingen over het wel of niet voortzetten van je medische behandeling. Maar ook over bijvoorbeeld beslissingen rondom jouw vermogen. (Wel of niet verkoop woning of aandelen).    Benoemen van een vertegenwoordiger  In een levenstestament kan je aangeven wie jouw belangen mag vertegenwoordigen op het moment dat je dit zelf niet meer kan. Denk bijvoorbeeld aan het regelen van de bankzaken. Omdat derden zeker moeten weten wie jouw belangenbehartiger is, is het verstandig om een levenstestament bij een notaris op te stellen.    Vanaf welk moment kan vertegenwoordiger handelen?  Een levenstestament stel je op het moment dat je nog volledig wilsbekwaam bent op. Soms is de overgang van wilsbekwaam naar wilsonbekwaam helder. Bijvoorbeeld wanneer iemand na een ongeval in coma raakt. Maar vaker is het ook een geleidelijk proces. De vraag is dan op welk moment er zodanig sprake is van wilsonbekwaamheid dat de door jou aangewezen vertegenwoordiger de beslissingen moet overnemen. Hiervoor zijn twee opties.    De ene optie is dat je iemand een direct ingaande volmacht geeft. Dit doe je dan in het vertrouwen dat degene hiervan alleen gebruik maakt wanneer dat nodig is. Tussen partners is dit een gebruikelijke gang van zaken. Maar ook in de verhouding ouders/kinderen.    De andere optie is door te bepalen dat de aangewezen vertegenwoordiger pas in actie mag komen nadat een arts heeft verklaard dat er sprake is van wilsonbekwaamheid. Dit zal dan moeten worden vastgesteld door een andere arts dan de huisarts.     Medische paragraaf  In het levenstestament is het ook mogelijk medische zaken te regelen. Bijvoorbeeld welke medische behandelingen je wel en niet wilt ondergaan. Een belangrijk onderscheid hierbij om aan te geven wat je niet en wat je wél wil. Een “negatieve wilsverklaring” kan bijvoorbeeld zijn de wens om bij calamiteiten niet gereanimeerd te worden. Een “positieve wilsverklaring” kan zijn het uitspreken van de wens tot voortzetting van bepaalde medische behandelingen als die situatie zich voordoet.  De medici hebben hier echter ook hun eigen verantwoordelijkheid. Voortzetting van een behandeling zal over het algemeen alleen plaatsvinden wanneer de medici dit verantwoord vinden.

Dreigende betalingsproblemen? Niet mee blijven rondlopen!

“Tussen de 540.000 en 860.000 huishoudens komen door de hoge inflatie in betalingsproblemen”...   540.000 tot 860.000 gezinnen kunnen in financieel zwaar weer terechtkomen volgens een recent rapport van De Nederlandsche Bank. Daar worden wij even stil van. De zorg en het leed achter deze getallen is groot.   Grote delen van de bevolking De sterk gestegen inflatie en kosten van energie leiden bij grote delen van de bevolking tot zorgen en problemen. Ook gezinnen die tot voor kort goed konden rondkomen van het gezinsinkomen, zien opeens dat er maandelijks een tekort is. Heb je een financiële buffer dan kan je zo’n maandelijks tekort tijdelijk opvangen. Maar ook daar komt een einde aan en heb je geen buffer, dan is er direct een probleem.   Bezuinigen, uitstellen en schuiven De meeste mensen die zien dat de kosten oplopen zullen kijken waar ze op kunnen bezuinigen. Bijvoorbeeld door niet uit eten te gaan of minder nieuwe kleding te kopen. Op veel kosten zoals huur of hypotheek is niet snel te bezuinigen. De kosten van een auto zijn hoog, maar de auto wegdoen is geen optie wanneer deze onmisbaar is voor woon-werkverkeer. Wanneer er weinig ruimte meer is om te bezuinigen, gaan veel mensen de betaling van rekeningen uitstellen. Dat kan even lucht geven. Maar niet voor lang. Want uiteindelijk moeten de rekeningen toch betaald worden, met het risico dat wanneer deze te laat betaald worden er allerlei extra kosten in rekening worden gebracht. Is de nood nog hoger, dan is te zien dat er gekozen wordt een deel van de rekeningen wel te betalen en andere niet, ook niet na langere tijd.   Kom met ons praten Juist in deze bijzondere tijd willen wij er zijn om onze relaties te helpen waar wij kunnen. De praktijk laat zien dat hoe eerder wij met onze relaties in gesprek komen over dreigende betalingsproblemen hoe meer mogelijke oplossingen wij kunnen proberen te vinden. Bij tijdelijke betalingsproblemen zijn de meeste banken bereid om mee te denken wanneer de hypotheeklasten niet (volledig) betaald kunnen worden. Er kan bijvoorbeeld tijdelijk een pauze worden ingelast in de aflossing. Maar soms kunnen wij ook aanpassingen aanbrengen in jouw pakket financiële diensten waardoor je tijdelijk financieel even meer lucht krijgt. Ons belangrijkste advies dat wij nu willen geven is dat je direct contact met ons opneemt wanneer je zorgen hebt over dreigende betalingsproblemen. Wij zullen dan de tijd nemen om samen met jou te kijken of wij deze zorgen kunnen verlichten.

Energiesubsidiewijzer: Te mooi om niet even te gaan kijken!

Financiële ondersteuning van de overheid: Er zijn veel regelingen wat het lastig maakt om inzicht te krijgen wat voor jouw woning wel en niet mogelijk is.    De overheid heeft een fantastische website waarop per gemeente een totaal overzicht staat van de wijze waarop jij (financieel) geholpen kan worden bij het verduurzamen van je woning.   Veelheid van regelingen Op dit moment zijn er veel regelingen die consumenten financieel helpen hun woning te verduurzamen. Investeringen in verduurzaming verdienen zich vaak al binnen enkele jaren terug. Zeker wanneer een deel van de kosten gesubsidieerd wordt.   Lastig is het dat er niet alleen regelingen zijn die voor alle inwoners in Nederland gelden, maar ook regelingen die per provincie of per gemeente verschillen.   Een website met alle regelingen per gemeente De rijksoverheid heeft de site https://www.verbeterjehuis.nl/energiesubsidiewijzer/ gemaakt. Je hoeft op deze site alleen maar de gemeente in te vullen waar je woont en of je eigenaar of huurder bent en je krijgt direct  een totaaloverzicht van alle subsidies die beschikbaar zijn in het geval jij je woning wilt verduurzamen. Het kan hierbij gaan om een aanzienlijk deel van de kosten die je gaat maken voor bijvoorbeeld het energiezuiniger maken van de woning.   Ook informatie over wijze van financieren Via de site krijg je ook direct informatie te zien of er bepaalde mogelijkheden zijn om de kosten van te nemen maatregelen op financieel aantrekkelijke voorwaarden te financieren.   Ons advies: Overweeg je jouw woning te verduurzamen kijk dan eens op deze site. Het kan je heel veel geld besparen! https://www.verbeterjehuis.nl/energiesubsidiewijzer/

Stijgende energieprijzen: waar begin je met het energiezuiniger maken van jouw woning?

Energiezuinig maken van je woning. Van kleine maatregelen tot grotere, je moet ergens beginnen… Een paar voorbeelden van eenvoudige tot wat ingrijpendere aanpassingen.   Ook al komen er maatregelen vanuit de overheid om de gevolgen van stijgende energieprijzen te dempen, toch zal vrijwel iedereen een groter deel van zijn inkomen kwijt zijn aan gas en elektriciteit dan vorig jaar. Je kunt proberen de kosten van energie te drukken door je woning te verduurzamen.   Begin met de eenvoudig te nemen maatregelen Er zijn allerlei maatregelen die je kan nemen om het energieverbruik in jouw woning te beperken. Sommige kosten niets, bijvoorbeeld de thermostaat van de radiator lager zetten in ongebruikte ruimtes. Andere maatregelen vragen een relatief kleine investering zoals een tochtstrip voor de brievenbusopening in de voordeur. Tot slot zijn er ook aanpassingen die een behoorlijke investering vragen. Die investering zal je over het algemeen wel binnen een paar jaar terugverdienen, maar je zal toch goed moeten kijken hoe je deze kosten gaat financieren. Is dat eenmaal duidelijk, dan zal je waarschijnlijk nog een bedrijf moeten vinden dat deze aanpassingen kan uitvoeren. Over het algemeen hebben installatiebedrijven het druk en is de wachtlijst lang. Het is daarom waarschijnlijk verstandiger om vast te beginnen met de eenvoudig zelf uit te voeren maatregelen en te starten met het goed nadenken welke grotere aanpassingen je op termijn wil doen en hoe deze te financieren.   Nuttige sites om je te oriënteren Er is een aantal goede websites waarop je praktische informatie kan vinden over energiebesparende maatregelen. Een aantal sites geeft ook duidelijk informatie voor welke maatregelen subsidie beschikbaar is en hoe je deze kan aanvragen. Je kunt ze hier bekijken.   https://www.eigenhuis.nl/huis-kopen/bestaande-bouw/orienteren-en https://www.verbeterjehuis.nl/https://www.verbeterjehuis.nl/stel-je-vraag-aan-je-energieloket/ https://www.verbeterjehuis.nl/energiesubsidiewijzer/ https://www.verbeterjehuis.nl/wizard/https://www.warmtefonds.nl/particulieren https://homeqgo.nl/ https://energiebespaarders.nl/

Prijsplafond energie ingewikkeld, maar simpel te berekenen

Begin oktober jl. heeft het kabinet voorstellen gedaan om de stijging van de kosten van energie voor onder meer huishoudens te dempen.   Een van de maatregelen die het kabinet heeft voorgesteld om huishoudens financieel te ondersteunen staat inmiddels bekend als het “prijsplafond”. Bij een “plafond” denk je aan een grens waar de prijs niet boven kan komen. Dit is in deze voorstellen echter niet helemaal het geval.   Prijsplafond Bij het voorgestelde prijsplafond mogen energiemaatschappijen tot een bepaald verbruik per jaar van gas en elektriciteit aan jou niet méér berekenen dan een door de overheid bepaald maximum bedrag. Er kunnen zich verschillende situaties voordoen.   Je hebt nog een energiecontract waarin de prijs voor energie op een lager bedrag is bepaald dan de actuele prijzen in de markt. Gedurende de looptijd van dit contract blijf je die lagere prijs betalen. Het kan ook zijn dat je een contract hebt waarbij je nu de hogere marktprijzen voor energie moet betalen. De overheid heeft berekend wat een gemiddeld huishouden aan kubieke meters gas en aan kilowatt elektriciteit per jaar verbruikt. Er zijn dan twee situaties denkbaar:  Jij verbruikt minder dan wat een gemiddeld huishouden per jaar verbruikt. Betaal je voor het gas en elektriciteit van je verbruik meer dan het maximumbedrag dat het kabinet heeft vastgesteld dan wordt over jouw verbruik met het door de overheid vastgestelde tarief gerekend.  Je verbruikt per jaar meer dan een gemiddeld huishouden. Over het deel dat overeenkomt met het gemiddelde verbruik van een huishouden, betaal je dan het door de overheid vastgestelde maximumtarief en over het verbruik daarboven betaal je de actuele (hogere) prijs. Daar is dus geen sprake van een “plafond”.  Dit kan voor de overheid een kostbare regeling worden, omdat wanneer de prijzen van energie hoog zijn de energieleveranciers over het gemiddeld verbruik alleen het door de overheid vastgestelde maximumtarief ontvangen, terwijl zij de energie tegen een hoger bedrag moeten inkopen. Het verschil tussen wat de energiemaatschappij aan jou maximaal mag rekenen en de prijs waarvoor zij dit inkoopt  “past de overheid bij”.   En nu de eenvoudige berekening Zoals je ziet is de regeling ingewikkeld. Maar er is een heel handig rekenprogramma waarmee je snel kunt uitrekenen wat dit prijsplafond in jouw situatie gaat betekenen. Je vindt het via de volgende link: https://www.berekenhet.nl/wonen/prijsplafond-energie.html

Feit of Fabel: Schade veroorzaakt met een opgevoerde elektrische fiets valt onder dekking van de AVP

De elektrische fiets, vaak e-bike genoemd, is aan een opmars bezig. Vorig jaar was meer dan de helft van de nieuw verkochte fietsen een elektrische. Het zijn allang niet meer alleen de senioren die de gewone fiets verruilen voor een elektrische variant. Steeds meer scholieren gaan op een elektrische fiets naar school. En steeds meer bedrijven bieden fiets-leaseregelingen aan voor de medewerkers en ook de overheid stimuleert mensen om op de (elektrische) fiets te stappen en de auto te laten staan. Bovendien zorgt ook de toekomstige helmplicht voor snorfietsers ervoor dat de snorscooter gedwongen het veld ruimt voor de elektrische fiets. Wat is een elektrische fiets?  Volgens de Wegenverkeerswet 1994 is een elektrische fiets een fiets met trapondersteuning: een fiets die is voorzien van een elektrische hulpmotor met een nominaal continu vermogen van maximaal 0,25 kiloWatt en waarvan de aandrijfkracht geleidelijk vermindert en tenslotte wordt onderbroken wanneer het voertuig een snelheid van 25 kilometer per uur bereikt, of eerder, indien de bestuurder ophoudt met trappen.  Met de opmars van de elektrische fiets is er ook een opmars gaande van het opvoeren van deze elektrische fietsen. Recente berichten van Veilig Verkeer Nederland en van de Fietsersbond tonen dat het opvoeren van een elektrische fiets onveilig en dus onwenselijk is.   Is de elektrische fiets een motorrijtuig en daarmee WA-verzekeringsplichtig?  Het antwoord op het eerste deel van deze vraag is kort te beantwoorden met ‘ja’. Maar als we dan de vervolgvraag stellen of de elektrische fiets ook moet voldoen aan de Wam-verzekeringsplicht, wordt het antwoord genuanceerder. De Wam (Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen) verplicht de eigenaar van een motorrijtuig om voor dat motorrijtuig een WA-verzekering af te sluiten. In de Wam is echter voor de elektrische fiets een uitzondering gemaakt, deze is (zolang die elektrische fiets voldoet aan de omschrijving in de Wegenverkeerswet zoals hierboven is beschreven) namelijk vrijgesteld van de Wam-verzekeringsplicht.  Ook in het ’Besluit vrijstelling voor fietsen met trapondersteuning van aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen’ is de officiële tekst in artikel 1: ‘De bezitter van een fiets met trapondersteuning, als bedoeld in artikel 1, onderdeel ea. Van de Wegenverkeerswet 1994 is vrijgesteld van de verplichting tot het sluiten van een verzekering als bedoeld in de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen’. In het kort: een elektrische fiets is wél een motorrijtuig, maar hoeft níet verplicht WA-verzekerd te worden.   AVP De aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren, de AVP, biedt in Nederland dekking voor schade door een elektrische fiets toegebracht aan een ander. Dus het ‘gat’ ontstaan door de vrijstelling van de WA-verzekeringsplicht conform de Wam wordt door een AVP-verzekeraar gedicht. Dat is een geruststellende gedachte voor de bestuurder van de elektrische fiets én voor de persoon die door een elektrische fiets schade oploopt.  Opgevoerde elektrische fiets Dat de elektrische fiets ontzettend snel aan populariteit wint, is in de eerste alinea al duidelijk geworden. Maar de trend die de laatste tijd veel in het nieuws komt, is dat er steeds meer opgevoerde elektrische fietsen worden gesignaleerd. Een opgevoerde elektrische fiets is een fiets waarvan de trapondersteuning niet stopt bij 25 kilometer per uur, maar pas bij 35, 40 of soms pas bij 45 kilometer per uur. Opvoeren van een elektrische fiets is op twee manieren te doen: Eenvoudig zelf, door een klein kastje over de snelheidssensor van de elektrische fiets te klikken. Of met een klein stukje elektronica (speedchip) dat ín de motor van de elektrische fiets moet worden gemonteerd, wat minder eenvoudig zelf te doen is. Hier zal de fietsenmaker vaak voor worden ingeschakeld. In beide gevallen zorgt dit opvoeren vaak voor bijna een verdubbeling van de trapondersteuningssnelheid die wettelijk is toegestaan. Wél een verzekeringsplichtig motorrijtuig Een elektrische fiets die is opgevoerd, voldoet niet meer aan de omschrijving zoals deze in de Wegenverkeerswet is vastgelegd. Immers, door het opvoeren zal de grens van 0,25 kW worden overschreden én wordt de aandrijfkracht niet meer onderbroken bij het behalen van de snelheid van 25 kilometer per uur. En dan zal deze opgevoerde elektrische fiets dus wél moeten voldoen aan de kentekenplicht, en daarmee ook aan de WA-verzekeringsplicht want dan geldt de vrijstelling niet meer. Ook de AVP-verzekeraar zal niet thuis geven bij een schade veroorzaakt door een opgevoerde elektrische fiets. Hiermee komt de stelling ‘Schade veroorzaakt met een opgevoerde elektrische fiets valt onder de dekking van de AVP’ dus in het rijtje met fabels. Een motorrijtuigverzekeraar zal echter een opgevoerde elektrische fiets niet willen verzekeren. Een opgevoerde elektrische fiets is namelijk niet toegelaten op en goedgekeurd voor gebruik op de openbare weg. Speedpedelec versus elektrische fiets Is een opgevoerde elektrische fiets dan niet hetzelfde als een speed-pedelec? Een speed-pedelec is ook een tweewieler met elektrische trapondersteuning, en mag hiermee niet harder kunnen rijden dan 45 kilometer per uur. De speed-pedelec is echter als zodanig wél toegelaten op en wél goedgekeurd voor gebruik op de openbare weg. Een speed-pedelec is erop gebouwd om deze snelheid veilig te kunnen rijden. De fiets is zodanig geconstrueerd (de remmen, de banden, het frame, de voorvork, het stuur, de motor) dat deze de hogere snelheid van 45 kilometer veilig aankan. Dit in tegenstelling tot een opgevoerde elektrische fiets waarvan de constructie is gebaseerd op maximaal 25 kilometer per uur. En dus onveilig wordt bij hogere snelheden. Het verschil tussen een speed-pedelec en een e-bike is ook goed zichtbaar: een speed-pedelec heeft een bromfietskenteken, een achteruitkijkspiegel, rode en witte (of gele) reflectoren en een remlicht. Bovendien geldt voor de speed-pedelec een WA-verzekeringsplicht, een helmplicht en een AM-rijbewijsplicht voor de bestuurder, en de speed-pedelec mag op de rijbaan in plaats van het fietspad. Allemaal zaken die voor de elektrische fiets niet gelden.  Goed om te weten Met een opgevoerde elektrische fiets kunnen gevaarlijke verkeerssituaties ontstaan. Andere weggebruikers zijn niet bedacht op de hogere snelheid van de opgevoerde elektrische fiets op het fietspad en kunnen de verkeerssituatie verkeerd inschatten. Ook de eerder vermelde constructie van de elektrische fiets die niet geschikt is voor hogere snelheden kan voor gevaarlijke situaties zorgen in het verkeer als de remmen niet voldoende werken omdat deze sneller slijten (net als de overige onderdelen van de elektrische fiets) doordat deze harder moeten werken. Bovendien kun je als bestuurder van een opgevoerde elektrische fiets strafrechtelijk worden vervolgd als je hiermee gevaarlijke verkeerssituaties en/of ongelukken veroorzaakt. Het is niet verboden om een elektrische fiets op te voeren. Het is wél verboden om met die opgevoerde elektrische fiets op de openbare weg te fietsen. Leveranciers van zogenoemde opvoersets vermelden in de meeste gevallen bij aankoop van zo’n opvoerset dat na installatie de elektrische fiets niet meer op de openbare weg mag worden gebruikt, maar uitsluitend nog op eigen terreinen als achtertuinen en balkons. De Tweede Kamer heeft recent een motie van het CDA aangenomen voor een verbod op het opvoeren van elektrische fietsen en betere handhaving op de maximale snelheid van 25 kilometer per uur.  De vraag is wel hoe dat eventuele verbod kan worden gehandhaafd. Er bestaat nog geen rollenbank voor elektrische fietsen zoals deze er wel is voor bromfietsen. Er wordt nog niet actief opgetreden tegen de eigenaren van opgevoerde elektrische fietsen, anders dan dat heel af een toe een lasergun wordt gebruikt om de snelheid te controleren. Pas bij een schade waarbij een elektrische fiets is betrokken, zal worden gecontroleerd of deze opgevoerd is of niet. En dan zal de politie wél handhaven.

Cookie instellingen