Herstel te veel betaalde box-3-heffing is onvoldoende – wat nu?
De Hoge Raad, de hoogste rechter, heeft beslist dat je onvoldoende rechtsherstel krijgt als je te veel box-3-heffing hebt betaald. Alleen als je vermogen uitsluitend uit bank- en spaartegoeden bestaat, heb je wel voldoende rechtsherstel gehad. Volgens de Hoge Raad heb je recht op rechtsherstel als het werkelijke rendement op jouw box-3-vermogen lager is dan het forfaitaire rendement. Het is aan jou om dit te bewijzen. Je moet daarbij het werkelijke rendement en het forfaitaire rendement van alle vermogensbestanddelen gezamenlijk vergelijken (en dus niet per vermogensbestanddeel). Ook houd je daarbij geen rekening met het heffingsvrije vermogen. Naast bijvoorbeeld dividend, huur en rente, vallen ook gerealiseerde en ongerealiseerde vermogensveranderingen onder het werkelijke rendement. Je mag geen rekening houden met kosten, maar wel met rente van schulden in box 3. Tot slot vindt de Hoge Raad dat je geen recht hebt op een rentevergoeding als je aanslag wordt verminderd.
Tip
Heb je vermogen dat uit meer bestaat dan bank- en spaartegoeden? Dan is het verstandig om contact op te nemen met je fiscaal adviseur om eventuele vervolgstappen te bepalen.
Planning voor rechtsherstel
In een eerste reactie op de Hoge Raad-uitspraken van de nieuwe staatssecretaris Idsinga staat een indicatief schema van de aanvullende rechtshersteloperatie box 3. Daaruit blijkt dat het formulier ‘Opgave werkelijk rendement’ pas in juni 2025 beschikbaar komt. Hiermee geef je op gestructureerde wijze jouw werkelijke rendement op, waardoor de Belastingdienst het rechtsherstel geautomatiseerd kan afhandelen. Verder blijkt dat de definitieve aanslagen IB 2021 tot en met 2024 pas in het vierde kwartaal van 2025 worden vastgesteld. De vaststelling van de verminderingsbeschikkingen over 2017 tot en met 2024 wordt pas in het tweede kwartaal van 2026 mogelijk.