Tot en met 2026 wordt de box-3-heffing berekend aan de hand van forfaitaire rendementspercentages voor de drie categorieën ‘bank- en spaartegoeden, ‘overige bezittingen’ en ‘schulden’. Voor 2024 is het forfaitaire percentage voor de ‘overige bezittingen’ vastgesteld op 6,04%. Voor de ‘bank- en spaartegoeden’ en de ‘schulden’ worden de percentages voorlopig vastgesteld op 1,03% respectievelijk 2,47%. Het percentage voor ‘bank- en spaartegoeden’ is vastgesteld op het door De Nederlandsche Bank (DNB) gepubliceerde rentepercentage van juli 2023 op deposito’s van huishoudens met een opzegtermijn van maximaal 3 maanden. Het percentage voor de ‘schulden’ is vastgesteld op het door DNB gepubliceerde rentepercentage van juli 2023 over het totale uitstaande bedrag aan woninghypotheken van huishoudens. Dit is de nieuwe berekeningswijze van de rendementspercentages voor de categorie ‘bank- en spaartegoeden’ en de categorie ‘schulden’. Zo wordt het verschil tussen de voorlopige aanslag en de definitieve aanslag verkleind en daarmee de kans dat je belastingrente (zie hiervoor) moet betalen.
Tot de bank- en spaartegoeden worden overigens ook gerekend aandelen in een reservefonds van een Verenging van Eigenaren (VvE) en een derdenrekening bij een notaris. Dit geldt met terugwerkende kracht naar 1 januari 2023. Je kunt hiermee dus al rekening houden bij de aangifte IB 2023 die je vanaf maart 2024 kunt indienen. Tot 1 januari 2023 werden deze vermogensbestanddelen tot de ‘overige bezittingen’ gerekend, waarvoor een veel hoger forfaitair rendementspercentage geldt.
Vorderingen en schulden
Vorderingen en schulden tussen fiscale partners en tussen ouder(s) en een minderjarig kind zijn met terugwerkende kracht tot 1 januari 2023 gedefiscaliseerd. Deze vorderingen en schulden worden in dezelfde aangifte inkomstenbelasting aangegeven en mogen voortaan tegen elkaar worden weggestreept. Per saldo hoef je deze bestanddelen dus niet meer aan te geven in de IB-aangifte. Dit neemt het nadeel weg in de oude box-3-regeling dat schulden aftrekbaar zijn tegen een laag forfaitair rendementspercentage, terwijl de vordering in de box-3-heffing werd betrokken tegen een hoog forfaitair percentage.
Overige box-3-wijzigingen
Het tarief van box 3 is verhoogd van 32% naar 36% in 2024. Bovendien is het deel van je vermogen waarover je geen box-3-heffing hoeft te betalen, het heffingvrije vermogen, op 1 januari 2024 niet verhoogd en blijft dus € 57.000 per belastingplichtige (fiscale partners: € 114.000).